afb. ca 1645

Groot Begijnhof : Parade

? - 1749

In 1274, volgens anderen in 1280, werd hier het Groot Begijnhof gebouwd, een ommuurde ruimte met diverse poorten. Het strekte zich uit tot voorbij de Triniteitstraat.
De hoofdingang was tussen de St. Jan en de huidige plebanie en het begijnhof was verdeeld in het eigenlijke Hof voor de welgestelden begijnen en de Grote en Kleine Infirmerie, waarin de arme Begijnen haar huisvesting hadden. Allen samen waren er soms 300 begijnen. Ongeveer midden op de Parade stond de eigen kerk, toegewijd aan de H. Nicolaus.
Bij de overgave van de stad in 1629 werd bepaald, dat het Begijnhof mocht blijven bestaan totdat de laatste begijn gestorven was. Dat was in 1675 het geval, bijna vijftig jaar later. Toen haar dood eenmaal een feit was, ontstonden er hevige geschillen over de eigendom van deze terreinen. Deze geschillen duurden tot 1721. Toen werd beslist dat een gedeelte staatseigendom werd en dat de rest met gebouwen, de gemeente zou toebehoren. Althans onder bepaalde condities, waarvan het Geefhuis profiteerde. Op het eerste gedeelte werden in 1741 en volgende jaren de stallen der veldartillerie gebouwd. In 1749 liet de Regering van Den Bosch de haar toegekende gebouwen slopen, met uitzondering van het pastoorshuis, dat stond op de hoek van de Peperstraat. Het vrijgekomen terrein deed men inrichten tot een paradeplaats, waar vroeger de markt voor werd gebruikt. Wat genoemd pastoorshuis betreft: dat is in 1856 gesloopt.
Wij waren nog een stadje, 2e deel
Bosch allerlei I

Bossche begijntjes I

door Ed Hupkens

Stadsblad woensdag 6 juni 2007 | 4
Bosch allerlei II

Bossche begijntjes II

door Ed Hupkens

Stadsblad woensdag 20 juni 2007 | 4
Verhalen en legenden I

Kluizenaars

door Henny Molhuysen

Brabants Dagblad donderdag 19 januari 1989
Verhalen en legenden II

Begijnen

door Henny Molhuysen

Brabants Dagblad donderdag 11 april 1991
Artikelen
1841

J.A. Coppens

Nieuwe beschrijving van het bisdom 's-Hertogenbosch, naar aanleiding van het 'Katholijk Meijerijsche memorieboek' van A. van Gils, Roomsch Katholijk priester en rector te Handel
s.n. ('s-Hertogenbosch 1841) II 253
 
1870

L.H.C. Schutjes

Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch
s.n. (St.-Mchielsgestel 1870/1881) IV 371-372
 
1975

Redactie

Een monument dat verdween vóór het monument kon worden: Het Groot Bosch Begijnhof
Brabants Dagblad dinsdag 8 juli 1975 (tekening)
 
1987

M. Timmerman

Tussen kerk en staat. Het grote begijnhof te 's-Hertogenbosch 1274-1629'
s.n. (Nijmegen 1987) 69-71
 
1989

Henny Molhuysen

Verhalen en legenden : Kluizenaars
Brabants Dagblad donderdag 19 januari 1989 (foto)
 
1991

Henny Molhuysen

Verhalen en legenden : Begijnen
Brabants Dagblad donderdag 11 april 1991
 
1991

Resten middeleeuws begijnhof onder de Parade

Op de plaats waar de concertzaal moet komen, ligt naar alle waarschijnlijkheid een schat aan archeologische resten van middeleeuws Den Bosch. Waar nu de Parade is, was eeuwenlang een deel van het Groot Begijnhof van 's-Hertogenbosch, waar een semi-religieuze gemeenschap woonde. In 1749 werd het complex met de gond gelijk gemaakt, waardoor de huidige Parade ontstond. De Bossche stadsarcheoloog prof. Hans Janssen vindt dat vóór de bouw een grondig archeologisch onderzoek moet komen opdat de informatie die nog onder de grond zit niet verloren gaat. Dat duurt wellicht een jaar en kost ongeveer een miljoen gulden.
Wim Hagemans | Brabants Dagblad woensdag 2 oktober 1991 | 27
 
1993

Ton Kappelhof

Begijnhof
Bossche Bladen 1 (1994) 24-25
2002

Ad van Drunen

Grootbegijnhof
Kloosters en religieus leven ('s-Hertogenbosch 2002) 65
 
2007

Wim Hagemans

Zoektocht met nieuwste techniek naar begijnhof onder de Parade
Brabants Dagblad donderdag 16 augustus 2007 (foto)
 
Geschiedenis
1274 Er is een geschil ontstaan tussen de abdij Hertoginnedal en de rector van de parochie Orthen - 's-Hertogenbosch enerzijds en het begijnhof anderzijds over de afscheiding van het begijnhof en de parochie. De prior van de Predikheren in Leuven treedt op als scheidsman en beslist op 6 juli dat het begijnhof een eigen kerk, kerkhof en een eigen priester mag hebben. Tevens wordt toestemming verleend om het begijnhof te verplaatsen. In de toekomst zal het begijnhof op de huidige Parade gebouwd worden.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1304 De kerk van het Groot Begijnhof wordt toegewijd aan de H. Nicolaas. Het begijnhof heeft een eigen pastoor die niet aan de parochiepastoor is onderworpen. Het collatierecht berust bij de overste van het Dominicanenklooster van Audergem.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1392 Hertogin Johanna bepaalt dat de meesteressen van het Begijnhof, na advisering door de provisoren en de vier wijste begijnen, het recht hebben een begijn, die zich misdragen heeft, mogen verwijderen. Verder mogen zij na de dood van een begijn deze plaats doen innemen door een ander.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1426 Op Goede Vrijdag 1426 stichten Peter die Gorter en Alijt van Beerse de kleine infirmerie van het Groot Begijnhof. Zij bepalen dat zij zelf de eerste zestien personen voor deze infirmerie zullen kiezen. Behalve acht kamers voor de arme begijnen moeten er nog vijf ziekenkamers worden ingericht. De begijnen mogen de goederen die zij meebrengen blijven gebruiken, maar als zij sterven vervallen deze aan de infirmerie. Bij vertrek mogen zij hun goederen meenemen. De begijnen mogen in hun onderhoud voorzien; behalve door handel te drijven en daghuren te innen.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1529 Het uitbreken van de zweetziekte of Engelse pest.  
1636 Door de Staten Generaal wordt een Illustre School opgericht. De kerk van het Groot Begijnhof dient als gehoorzaal. Later zal men onderdak vinden in de Sint Jan.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1693 Er is een geschil tussen de stad 's-Hertogenbosch en de Staten over het eigendom van het Groot Begijnhof. Doordat er dit geschil is worden de huizen niet onderhouden; in 1693 zijn er nog maar drie!
Als alle huizen verdwenen zijn, wordt het voormalige terrein waar het Begijnhof op stond ingericht tot een paradeplaats voor militairen; de huidige Parade.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1721 Over de eigendomsrechten van het voormalige Groot Begijnhof wordt een schikking getroffen: twee derde van de inkomsten komen aan de staat, één derde aan de stad.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1741 Op een deel van het voormalige Groot Begijnhof, dat nu aan het rijk behoort, worden twee ruiterstallen gebouwd.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1749 De laatste verbouwing op het voormalig Groot Begijnhof wordt gesloopt; één pand blijft staan. Het is de voormalige pastoorswoning, toen in gebruik bij de pastoor van de Sint Jansparochie.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1764 De Staten besluiten hun deel van het voormalige Groot Begijnhof over te dragen aan het Geefhuis.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
Stadsrekeningen
1502 Kapittel 20.
• Proceskosten in zake der veroordeling van de Bagijnen.
• Aan den Cancelier van Brabant worden twee ossen geschonken, omdat hij de stad gunstig zou aanbevelen in het proces tegen het kapittel en de Bagijnen.
Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1502-1503. Deel 1, blz 69
 
1618 Kapittel 22.
Toelaag aan de Meesteresse van het Bagijnhof, tot herstel der armen infirmerie in dat Bagijnhof.
Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1618-1619. Deel 2, blz 1255
 
Vermelding
1606

Schepenprotocol Schijndel 1605-1612

aen Joostgen Aelberts bagijn opten Groten Bagijnhoff, grontchyns aenden Hogen Rentmr. Fierlants, noch 17 st. 2 … aen Henricxken inde Ploech.
Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
 
1609

Schepenprotocol Schijndel 1605-1612

aenden Groten Bagijnhoff ...
Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
 
1721

Inventaris Archief Familie Sopers te 's-Hertogenbosch 1606-1983

Akte van transport voor schepenen van 's-Hertogenbosch namens Simeon Decury weduwnaar en erfgenaam van Urselina Philippina Suljard, aan Henri Descury van een huis en hof op begijnhof te 's-Hertogenbosch.
Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
 
1726

Inventaris Archief Familie Sopers te 's-Hertogenbosch 1606-1983

Akte van transport voor schepenen van 's-Hertogenbosch door Henry des Cury aan Coenraet Cuper van Holthuysen van huizen en of van diverse woningen op het begijnhof.
Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
 
Literatuur en bronnenpublicaties

C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch geschiedenis van vesting en forten (1974) 210

Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 75

J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 276-279, 281

L. van de Meerendonk, Het klooster op de Eikendonk te Den Dungen II (1964) 4, 110

L. van de Meerendonk, Tussen reformatie en contra-reformatie IX (1967) 14, 15, 30, 60, 116, 117n, 130, 156, 158, 260, 261

L.P.L. Pirenne, 's-Hertogenbosch tussen Atrecht en Utrecht (1959) 76n

Jan Sanders, Kroniek van Molius (2003) 101, 133, 275

Jan Sanders, 'Verkloostering in het vijftiende-eeuwse 's-Hertogenbosch' in: Noordbrabants Historisch Jaarboek 33 (2016) 80

L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch (1876) IV. 357-371

M.H.M. Spierings, Het Schepenprotocol van 's-Hertogenbosch 1367-1400 LIX (1984) 27

Geertrui Van Synghel, De stedelijke secretarie van 's-Hertogenbosch tot ca. 1450 (2007) 181n, 272

n: vermelding in een voetnoot